ANDREASKERK TE WEURT


WOORDEN VAN OUD-PASTOOR VAN MIDDEN

INLEIDING


Wim van Midden was pastoor in Weurt van 1 september 1983 tot 1 december 1992, negen jaar lang. In die tijd hebben we hem leren kennen door zijn eenvoudige en hartelijke optreden, waarmee hij zich zeer bemind heeft gemaakt. Op zijn fiets doorkruiste hij het dorp op weg naar een volgende afspraak met gelovigen, niet-gelovigen, gezinnen en bejaarden. Met de auto bezocht hij zijn parochianen in het ziekenhuis. In al die jaren heeft hij talloze gesprekken gevoerd die hij regelmatig verwerkte in de stukjes die hij schreef voor het Parochieblad. Zij die de eucharistievieringen in de kerk bezochten bewaren de meeste herinneringen aan zijn overwegingen, zijn preken. Die waren altijd kort, maar zo inspirerend dat ze je steeds te denken gaven over je christen-zijn en over je gelovig-zijn. Een weergave hiervan is te vinden in de voorwoorden die hij schreef voor het Parochieblad van de H. Andreasparochie. Altijd gaven ze je stof tot nadenken over jezelf, je geloof en over de parochie, een parochie die hem zeer ter harte ging.
Regelmatig is in de afgelopen jaren de vraag gesteld of het niet mogelijk zou zijn een bloemlezing samen te stellen van deze boeiende teksten. Een bloemlezing houdt altijd een selectie in. Op deze webpagina zijn alle teksten te vinden die hij voor het Parochieblad geschreven heeft in de jaren 1983 - 1992. Het voordeel hiervan is niet alleen de volledigheid maar het geeft ook weer de groei, twijfels, overtuigingen van pastoor Van Midden, die hij in de loop der jaren heeft gehad en aan ons heeft doorgegeven.

Kenmerkend voor zijn geschreven stukjes is dat hij zich kwetsbaar durfde op te stellen. Zo bekende hij in een interview met De Gelderlander in 1986 dat hij in zijn jonge jaren een geloofscrisis heeft doorgemaakt. In die periode zette hij vraagtekens bij alles, maar met behulp van anderen en zoekend op de weg naar zijn roeping is hij deze crisis te boven gekomen en zo een diep gelovig mens geworden. Dit geloof, voortkomend uit de Bron van Leven en met moeite verworven liet hij zich als een kostbare schat niet meer afpakken.
In een van zijn teksten heeft hij deze zoektocht kort beschreven (al schreef hij die zoektocht toe aan een anonieme schrijver):

"Vroeger kende ik het (= de waarde van het geloof in God) niet. Tot dan toe voelde ik mij meegesleept door al die verlangens die bij ons mensen horen. En ik trachtte ook aan die verlangens te voldoen. Op de gebruikelijke wijze. Zoals wij mensen gewoonlijk omgaan met onze verlangens. Ofschoon het mij niet bevredigde. Maar ik wist toen niet beter. Mijn verlangen, mijn onvrede bleef dan ook, hoewel ik dat in die tijd amper besefte.
Jaren had ik er voor nodig voordat ik inzag dat die antwoorden op mijn verlangens geen echte antwoorden waren. Dat kwam omdat ik Jou zag doorbreken, Jouw Aanwezigheid... Ik weet niet precies hoe. Sorry. Daarna zag en hoorde ik Jou ook in het leven van mensen. En nog later ontdekte ik Jou achter de diepste roep van iedere mens: of hij er mag zijn. Zo ben Jij in mijn leven gekomen, rakelings nabij soms. En tegelijk... blijf Jij de Onnoembare, verborgen in die onuitsprekelijke naam JHWH.
Sindsdien wil ik die 'oude' antwoorden niet meer. Ik kan dat nu allemaal loslaten. En eindelijk ben ik in staat echt met anderen te delen" (Advent, dec. 1989).

Hij zag God als Iemand met wie je intiem kon zijn, een God die mensen groot en liefdevol wil maken en vrij (wars van afgoden als bezit, prestige, macht, begeerten), ondanks de barsten en scheuren die we in het leven oplopen. De kern van wat God ons tracht duidelijk te maken is: "Jij hebt het licht in je. Hoe je ook bent, wat ze ook van je zeggen, wat je ook van jezelf denkt: Jij hebt het Licht in je. Als je dat beseft dan ga je jezelf anders zien, maar ook de ander". De bron van waaruit een mens kan leven is te vinden in het evangelie van Jezus Christus. Gelovig-zijn is geen eindpunt, het is een zoektocht, een vermoeden en een verwachten van Iets.


Een zorg die voortdurend terugkomt in zijn woorden is de zorg 'hoe klein nu en dan de groep is die meedoet met onze wekelijkse bijeenkomsten in onze kerk. Ik zie iets afsterven, langzaam, sluipend, ongemerkt'. Toen hij negen jaar geleden als pastoor in Weurt begon, deden er per weekeinden zo'n 600 mensen mee in de vieringen. (Met in het weekeinde vier missen: zaterdagavond 19.00 uur, zondagmorgen om 8.30 uur, 10 uur en 11.30 uur.). In 1992 waren dat op de zondagen in 'gewone' vieringen nog zo'n 300, met nogal wat mensen van buiten Weurt. (Met in het weekeinde drie missen: zaterdagavond 19.00 uur en zondagmorgen om 9.30 uur en 11.30 uur.) Hij ziet het 'geloof' steeds minder zichtbaar worden, geruisloos aan het verdwijnen. In zijn huisbezoeken noteert hij verschillende argumenten voor deze geruisloze verdwijning: stom. het zegt me niets meer, ouderwets, zoethoudertje, flauwekul, niet van deze tijd, nodeloze dwang en verplichting. Strijdbaar stelt hij zich tegen deze argumenten te weer. De god die zij zich gevormd hebben is een god-op-afroep, een god die men zich heeft laten aanpraten, een god als loodgieter die je nodig hebt als iets mis gaat en die je teleurstelt als hij niet doet wat je zegt, een god van de storingsdienst. Deze mensen hangen een oud geloof aan waarin men vastzit aan regels en wetten en een angst voor straf. Hier is geen sprake van geloofsafval, want deze mensen hebben nooit echt geloofd in de levende God van de Bijbel, de bron van Leven en Licht. Mensen die de confrontatie met deze God hebben aangegaan, vinden iets van onschatbare waarde dat ze zich nooit meer laten afpakken.


Een parochie is voor hem een 'samen op weg gaan', een gemeenschap in wie God Zijn gezicht laat zien. 'Goed gaat het pas als het Rijk Gods hier aanwezig is, dit wil zeggen dat de mensen leven met God en dus ook voor de ander'. Ook al zijn er een hoop vrijwilligers en vele werkgroepen, dan wil dat nog niet zeggen dat er sprake is van een echte parochie. Deelname aan de vieringen van de geloofsgemeenschap vormt de voedingsbodem voor het geloof. Doe je daar niets meer aan, dan sterft je geloof af. Regelmatig vraagt hij de mensen naar hun redenen om weg te blijven uit de kerk. Hij doet dit ook voor zichzelf om na te kunnen gaan of hier iets aan te doen is. Lege plaatsen in de kerk maken andere mensen moedeloos en dat tast mogelijk het gemeenschapsgevoel aan. Soms wordt hij er moedeloos van maar ondanks alles: 'Ik probeer als mens deze tijd met heel mijn ziel trouw te zijn aan het evangelie. Dan ben ik ook trouw aan mezelf. Meer kan ik niet doen'.


Een van de thema's die in zijn geschreven stukjes ook regelmatig terugkomt is 'christen-zijn'. Hij vraagt zich daarbij af of hij hier zelf ook aan voldoet: ben ik wel een goed christen? Bescheiden als hij is zegt hij van zichzelf dat hij hierbij 'aan de drempel' staat. Hij is zover nog niet. Hij staat áán de drempel, nog niet eens óp de drempel. Ook hier is hij op weg naar... De vraag van het christen-zijn stelt hij ook regelmatig aan zijn parochianen: wat betekent christen-zijn voor ons?
Maar deze vraag stelt hij ook aan politici en hij verzet zich tegen voorgenomen kortingen en bezuinigingen op de WAO'ers, de bijstand, de minimumuitkeringen, de medische voorzieningen. Hij vraagt aandacht voor de werkeloosheid in Nederland.
Ook stuurt hij een brief naar de Tweede Kamer en schrijft hij een brief aan paus Johannes-Paulus II, die in 1985 Nederland bezoekt.


Van 1969 tot 1976 was Wim van Midden overste van het klooster in Weurt. Hierna werd hij benoemd tot pastoor in Den Bosch. Als hij in 1983 terugkomt als pastoor in Weurt schrikt hij van de aantastingen van het leefmilieu in Weurt. Regelmatig maakt hij zich in zijn stukjes hier druk om in aansprekende titels als: 'Vandaag is het genoeg voor Weurt', Politici kijk uit!, 'De barricaden op!', 'Weurt bekneld!', 'Achter in de Jonkerstraat'. De leefbaarheid in Weurt wordt in de jaren 1983-1992 bedreigt door (opsomming van hemzelf): het lawaai en de uitstoot van de vuile lucht van de Centrale, de uitstoot van de verbrandingsoven van de ARN, de vuilstort van de ARN, de stank van de Rioolwaterzuivering, het verkeerslawaai van de Van Heemstraweg die het dorp door midden snijdt, de industrieontwikkeling van Nijmegen, het transport over de Waal en het Kanaal van allerlei stoffen. Bovendien zijn er plannen voor: een tweede verbrandingsoven, een uitbreiding van de vuilstort, een nieuwe Waalbrug, een nieuwe uitbreiding van het Nijmeegse industrieterrein, de liquidatie van agrarische bedrijven, een containeroverslag bij het Grindgat, een mestverwerkingsbedrijf en een helihaven aan de Westkanaaldijk. Aandacht krijgt hierbij ook het werk van de actiegroep Weurt Plus. Benadrukt wordt dat de economische belangen steeds de voorrang krijgen boven het leefklimaat van mensen (zijn parochianen) en dat steeds iets van bovenaf opgelegd wordt en dat naar tegenargumenten te weinig geluisterd wordt.
Deze opvattingen van de pastoor zijn hem niet altijd in dank afgenomen, vooral niet door politici. Maar hij meende dat als 'je je christen-zijn serieus neemt, moet je je nek durven uitsteken. Niet om de held te zijn, maar als je vindt dat het welzijn van de mensen bedreigd wordt, moet je dat zeggen' (1986).


Hieronder staat een overzicht van de door pastoor Wim van Midden geschreven voorwoorden. Toen hij in 1983 aangesteld werd als pastoor begon hij meteen zijn stukjes te schrijven als inleiding van het Parochieblad, soms ook als inleidingen voor zijn overwegingen in de kerk. In die tijd verscheen het blad elke week (behalve in de vakantieperioden). In september 1990 sprak hij met de parochie af dat hij de ene week zou schrijven en de kans gaf aan een van aanwezige werkgroepen en zangkoren om de andere week iets te schrijven (hoewel van deze afspraak regelmatig werd afgeweken).
De stukjes zijn levendig, boeiend, uit het parochieleven gegrepen. Maar ook inspirerend, uitdagend, confronterend. Ook in en voor deze tijd. Het zijn kleine schilderingen van gehouden gesprekken en eigen belijdenissen. Soms ook poëtisch, vooral in de laatste jaren. De stijl is opmerkelijk. Er staan vele puntjes na afloop van zinnen, maar er ook midden in. Ze kunnen verschillende betekenissen hebben: zou kunnen? echt waar! niet? vind je dat ook niet? Zo is het gegaan! God zal hierin voorzien!
De stukjes zijn uitnodigend om te lezen, niet alles achter elkaar, maar beetje bij beetje om de inhoud op je te laten inwerken.


Met dank aan Jan Hendriks voor het bewaren van de Parochiebladen uit de jaren 1983-1992.
SV


TEKSTEN VAN PASTOOR VAN MIDDEN
UIT HET PAROCHIEBBLAD H. ANREASPAROCHIE
1983 - 1992

JAAR JAAR JAAR
Jaar 1983 Jaar 1984 Jaar 1985
Jaar 1986 Jaar 1987 Jaar 1988
Jaar 1989 Jaar 1990 Jaar 1991
Jaar 1992
     

  knop naar startpagina